Witte Donderdag (Paastriduüm 2017)

Schriftlezingen: Ex. 12,1-8.11-14. – 1 Kor. 11,23-26. – Joh. 13,1-15

Op Witte Donderdag vieren we met Jezus en zijn leerlingen het laatste avondmaal mee. Dat begint in feestelijke sfeer – in de kerk wordt het Gloria gezongen, de altaarbellen en klokken klinken nog eenmaal – maar neemt een opmerkelijke wending wanneer Jezus als een slaaf zijn leerlingen de voeten wast en vervolgens met het breken van het brood zichzelf als een nieuw paaslam presenteert. Zo wordt de Pesachmaaltijd ter herinnering aan de uittocht van de Joden uit Egypte een herdenkingsmaal voor Jezus zelf.

“Hij laat ons zien dat Hij moet sterven maar dat Hij voor altijd voedsel zal zijn om ons het leven te geven. Het gaat om het offer van de liefde waarin Hij ons voorgaat, om God die leeft daar waar liefde en vriendschap is, om de Eucharistie waarin de Heer voor altijd bij ons is. De viering eindigt in stilte zonder zegen, wakend bij het sacrament van Christus’ lichaam.” (uit: J. te Velde osb, Thuis komen in de liturgie. Rotterdam 2016, p.  74).

 

Foto: Slot van de viering van Witte Donderdag in de Goede Herderkerk, 13 april 2017. Na de altaarontbloting op het priesterkoor is het Sacrament in processie door pater Moons, misdienaars en kerkgangers naar de Mariakapel gedragen en daar op het rustaltaar geplaatst.